Home Over ons Wie is wie? Lid worden? Reglement Tuintips Tuintafel Fotos
Volkstuinvereniging Nuenen

Tuintips

De koolgalmug                                    De koolgalmug is een kleine, bruine mug welke moeilijk te onderscheiden is van andere kleine mugjes. De koolgalmug wordt doorgaans al in mei/juni gesignaleerd wanneer deze, na overwintering in de grond, uit de poppen komen.  De levensduur van een koolgalmug is kort, 3-5 dagen. De levenscyclus van de koolgalmug is 24 -31 dagen afhankelijk van het weer; daarom zoeken deze zo snel mogelijk naar een geschikte partner om te paren. Na het paren leggen de koolgalmugvrouwtjes elk wel zo’n 100 eieren in clusters van 2 tot 50 eieren bij de hartjes van de planten. Uit deze eieren komen larven welke zich voeden aan de basis van de hartbladeren. Tijdens het vreten, produceren de larven een stofje dat giftig is voor de koolplanten. Dit resulteert in gezwollen plantweefsel, abnormale groei en bruin kurkachtig wondweefsel, kenmerkend voor de koolgalmug.  Hierdoor worden de sapstromen van de plant verstoord.  Gewoonlijk kun je eind mei de eerste koolgalmuggen verwachten die eitjes afzetten in het open hart van de jonge koolplanten. Ze kunnen in een zomer wel drie generaties voortbrengen. De witte larven tasten de jonge hartblaadjes aan, waardoor een misvorming ontstaat. Wanneer de bladeren van de koolplanten spiraalvormig om de as van de plant draaien, noemt men dit ‘draaihartigheid’. ‘Draaihartigheid’ wordt veroorzaakt door de aantasting van de koolgalmug. Aangezien de koolgalmug van mei/juni tot augustus/september actief is, kan gerekend worden op zo’n 3-5 generaties per jaar. Meestal gaat het hoofdgroeipunt verloren en lopen de zij-ogen uit. Dit veroorzaakt sterk vertakte planten, die geen oogst geven. Bij sluitkool vindt alleen ei-afzetting plaats als de kop van de plant nog niet gesloten is. Voor dat de eerste ei-afzetting heeft plaatsgevonden, dient men met de gewasbescherming te beginnen. Biologische tuinders proberen in de eerste plaats om een aantasting door larven van de koolgalmug te voorkomen. Zij doen dit door de kool op een winderig plekje in de tuin uit te planten en door lavendel en tomaten in de directe omgeving van de kool uit te planten. Zodoende ontstaat er een klimaat, waaraan de koolgalmug een hekel heeft. De kans op aantasting neemt daardoor af. Een andere milieuvriendelijke methode om de koolgalmug te bestrijden is het plaatsen van insectengaas. Breng meteen na het zaaien of planten insectengaas aan over de jonge gewassen, dat ook tevens de koolvlieg en het koolwitje tegenhoudt. Verder is het nog mogelijk om de koolplanten vanaf eind mei tot eind juni wekelijks met een brandnetelpreparaat te bespuiten. Dit gewasbeschermingsmiddel is in de groene vakhandel verkrijgbaar. Terug naar tuintips
© 2025 Volkstuinvereniging Nuenen
Menu
Volkstuinvereniging Nuenen
© 2024 Volkstuinvereniging Nuenen

Tuintips

De koolgalmug                                    De koolgalmug is een kleine, bruine mug welke moeilijk te onderscheiden is van andere kleine mugjes. De koolgalmug wordt doorgaans al in mei/juni gesignaleerd wanneer deze, na overwintering in de grond, uit de poppen komen.  De levensduur van een koolgalmug is kort, 3-5 dagen. De levenscyclus van de koolgalmug is 24 -31 dagen afhankelijk van het weer; daarom zoeken deze zo snel mogelijk naar een geschikte partner om te paren. Na het paren leggen de koolgalmugvrouwtjes elk wel zo’n 100 eieren in clusters van 2 tot 50 eieren bij de hartjes van de planten. Uit deze eieren komen larven welke zich voeden aan de basis van de hartbladeren. Tijdens het vreten, produceren de larven een stofje dat giftig is voor de koolplanten. Dit resulteert in gezwollen plantweefsel, abnormale groei en bruin kurkachtig wondweefsel, kenmerkend voor de koolgalmug.  Hierdoor worden de sapstromen van de plant verstoord.  Gewoonlijk kun je eind mei de eerste koolgalmuggen verwachten die eitjes afzetten in het open hart van de jonge koolplanten. Ze kunnen in een zomer wel drie generaties voortbrengen. De witte larven tasten de jonge hartblaadjes aan, waardoor een misvorming ontstaat. Wanneer de bladeren van de koolplanten spiraalvormig om de as van de plant draaien, noemt men dit ‘draaihartigheid’. ‘Draaihartigheid’ wordt veroorzaakt door de aantasting van de koolgalmug. Aangezien de koolgalmug van mei/juni tot augustus/september actief is, kan gerekend worden op zo’n 3-5 generaties per jaar. Meestal gaat het hoofdgroeipunt verloren en lopen de zij-ogen uit. Dit veroorzaakt sterk vertakte planten, die geen oogst geven. Bij sluitkool vindt alleen ei-afzetting plaats als de kop van de plant nog niet gesloten is. Voor dat de eerste ei-afzetting heeft plaatsgevonden, dient men met de gewasbescherming te beginnen. Biologische tuinders proberen in de eerste plaats om een aantasting door larven van de koolgalmug te voorkomen. Zij doen dit door de kool op een winderig plekje in de tuin uit te planten en door lavendel en tomaten in de directe omgeving van de kool uit te planten. Zodoende ontstaat er een klimaat, waaraan de koolgalmug een hekel heeft. De kans op aantasting neemt daardoor af. Een andere milieuvriendelijke methode om de koolgalmug te bestrijden is het plaatsen van insectengaas. Breng meteen na het zaaien of planten insectengaas aan over de jonge gewassen, dat ook tevens de koolvlieg en het koolwitje tegenhoudt. Verder is het nog mogelijk om de koolplanten vanaf eind mei tot eind juni wekelijks met een brandnetelpreparaat te bespuiten. Dit gewasbeschermingsmiddel is in de groene vakhandel verkrijgbaar. Terug naar tuintips